Wijn proeven in 5 stappen.

Stap 1 van wijn proeven: uiterlijk bepalen

Houd het glas tegen een witte achtergrond en kijk naar de kleur en helderheid van de wijn. Witte wijnen variëren van lichtgeel tot diep goud, terwijl rode wijnen variëren van paarsrood tot diep robijnrood. Let ook op de stroperigheid en hoe de druppels naar beneden glijden op de zijkanten van het glas, wat kan wijzen op het alcoholgehalte en de body van de wijn.

 

• Rode wijn: De kleur van rode wijn kan variëren van paars en robijnrood tot bruin en oranje naarmate de wijn ouder wordt. Jonge rode wijnen hebben over het algemeen een diepere paarse tint, terwijl oudere wijnen een meer verdunde rand kunnen hebben.

 

• Witte wijn: Witte wijnen hebben vaak een kleur van bleek geel tot diep goud, afhankelijk van de druivensoort en leeftijd. Over het algemeen worden jonge witte wijnen lichter van kleur wanneer ze ouder worden.

 

• Helderheid: Een heldere wijn duidt meestal op kwaliteit en zorgvuldige wijnbereiding. Troebelheid kan wijzen op ongewenste deeltjes in de wijn, wat kan duiden op een productiefout.

 

• Viscositeit (stroperigheid) of tranen: Wanneer je wijn in het glas walsen, kun je letten op de "tranen" of "benen" die langs de binnenkant van het glas stromen. Deze tranen geven de viscositeit van de wijn aan. Langzaam bewegende tranen kunnen duiden op een wijn met meer alcohol of glycerol. Glycerol is een kleurloze, geurloze vloeistof die vocht vasthoudt. In wijn geeft het een zachter en romiger mondgevoel.

 

• Gasbelletjes (voor mousserende wijnen): Mousserende wijnen, zoals champagne, kunnen kleine belletjes in het glas hebben. De grootte en persistentie van de bubbels kunnen iets zeggen over de kwaliteit van de mousserende wijn. Over het algemeen worden fijne belletjes als eleganter en hoogwaardiger beschouwd dan grove belletjes. Fijne belletjes kunnen langzaam en gelijkmatig opstijgen, wat een teken is van kwaliteit en nauwkeurige productie.

Stap 2 van wijn proeven: ruiken

Wals (draai met gevoel het glas in cirkels) het glas voorzichtig om de aroma's (geuren) vrij te laten komen en ruik vervolgens diep in het glas. Let op fruitige, bloemige, kruidige of houtachtige tonen. Neem ook waar of er eventuele onaangename geuren, zoals azijn of kurk, aanwezig zijn. De geur kan veel vertellen over de kwaliteit en rijpheid van de wijn.

 

Hoe kan je het beste wijn ruiken?

 

• Gebruik het juiste glas: gebruik een wijnglas met een tulpvormige bolling, omdat deze de aroma's beter vasthoudt. De smallere opening van het glas leidt de geuren naar je neus, waardoor je ze beter kunt waarnemen.

 

• Vul het glas niet te vol: vul het glas niet helemaal tot de rand. Laat wat ruimte over, zodat je de wijn kunt walsen zonder dat het over de rand morst.

 

• Wals de wijn: houd het glas bij de steel en wals de wijn voorzichtig in het glas. Door de wijn te walsen, komen de aroma's vrij en kun je ze beter ruiken. Doe dit door het glas in kleine cirkelvormige bewegingen te draaien.

 

• Ruik kort: breng je neus dicht bij de rand van het glas en neem kleine, diepe snuifjes. Adem niet alleen in, maar ruik ook terwijl je uitademt. Probeer verschillende delen van het glas te ruiken om de diverse aroma's te ontdekken.

 

• Zoek de aroma's: probeer de verschillende aroma's te identificeren die je ruikt in de wijn. Let op fruitige, bloemige, kruidige, houtachtige of aardse tonen. Beschrijf voor jezelf wat je ruikt.

 

• Concentreer je op primaire, secundaire en tertiaire aroma's: primaire aroma's zijn afkomstig van de druivensoort, secundaire aroma's ontstaan tijdens de fermentatie en rijping, en tertiaire aroma's komen van het verouderingsproces op de fles. Probeer te bepalen welk type aroma's je ruikt.

 

• Overweeg de intensiteit: let ook op de intensiteit van de aroma's. Zijn ze subtiel en delicaat, of juist krachtig en uitgesproken? Dit kan een indicatie zijn van de complexiteit en kwaliteit van de wijn.

Wat zijn primaire, secundaire en tertiaire aroma's in wijn tijdens het wijn proeven?

Stap 3: wijn proeven

Neem een slokje en laat de wijn door heel je mond gaan. Let op de verschillende smaakelementen, waaronder zoetheid, zuurgraad, tannines (alleen voor rode wijnen) en body. "Body" in wijn verwijst naar de mondgevoel en textuur, waarbij een wijn met veel body dikker en voller aanvoelt dan een wijn met een lichte body.

Probeer de verschillende lagen van de smaak te onderscheiden en let op de balans en complexiteit. Denk aan fruitige, bloemige, kruidige of aardse tonen die je kunt proeven. Let ook op de nasmaak en beoordeel de lengte en intensiteit ervan.

Wat zijn tannines?

Tannines in wijn zijn afkomstig uit druivenschillen, zaden en stelen, die bijdragen aan de smaak, textuur en structuur door een droog, samentrekkend gevoel in de mond te veroorzaken en een rol spelen in de veroudering van rode wijnen.

Structuur en mondgevoel

Ga na hoe de body voelt; hoe voelt de wijn in je mond? Is deze licht, medium of vol? Let op de textuur, of de wijn glad, romig, tanninerijk of strak aanvoelt. Neem ook waar of de wijn een lange afdronk heeft die aanhoudt op je gehemelte.